‘Natuurlijk doen ze dat.’ En: ‘Zo gaat het toch met alles?’ Reacties op het stukje van gisteren, waarin ik me iets afvroeg wat ik weigerde te geloven, namelijk dat de tuinplanten die ze verkopen bij Intratuin zijn bespoten met insecticide.
Ik schreef dat ik soms dode bijen zie liggen die ik eerder nog had zien drinken van mijn nieuwe blauwe distel, en over de hommel die dood op de bloem van andere nieuwe plant zat. Ik schreef: ‘Dit wekte een verontrustende gedachte: bij Intratuin zullen ze hun planten toch niet inspuiten met gif? Dat kan haast niet, dan zou daar een soort evil villain aan het roer moeten staan.’
Duizelingwekkend hoe snel je van een nietsvermoedend persoon met aannames in een naïef mens kunt veranderen. Ze hoeven alleen maar een keer snoevend naar je wijzen.
‘Natuurlijk doen ze dat.’ ‘Zo gaat het toch met alles?’ Ik had het gewoon kunnen weten, dat was de strekking. Had het móéten weten. Blijkbaar was het voor veel mensen de gewoonste zaak van de wereld. Blijkbaar viel ik in dezelfde categorie mensen als zij die bij McDonald’s gaan eten en geen idee hebben dat het vlees op hun hamburger van mishandelde koeien komt, of dat de kleren die ze kopen bij de Primark is gemaakt door arme kinderen in Bangladesh.
Inderdaad, ik had geen idee. Ik had werkelijk nooit kunnen bevroeden dat het management van een winkel die tuinplanten verkoopt willens en wetens bijdraagt aan de wereldwijde bijensterfte. Ik had nooit kunnen bedenken dat de honderden mensen die dagelijks het tuincentrum verlaten dat doen met vergiftigde, dodelijke planten. Silly me.
Hier zit ik dan, met de planten die ik zo liefdevol en enthousiast in de aarde zette. De blauwe distel – diepblauw, alsof de avondschemering er permanent op is neergedaald – is ineens een moordenaar geworden; een listige beul die bijen en hommels naar zich toe lokt en om ze te vergiftigen.
Ik stuurde Intratuin een mail. Ik kreeg antwoord. Zinnen als: ‘Onlangs werd de vervolgambitie ondertekend met de eisen en ambities voor verdere verduurzaming van de sierteelt.’ En: ‘Van alle kwekers wordt verwacht dit duurzaamheidsplan te ondertekenen en hier aan te werken om dit te realiseren.’
Ze zijn er dus mee bezig. Er is een intentie. De ambitie is, geloof ik, om over acht jaar zo ver te zijn dat in twee van de drie winkels geen bespoten planten meer worden verkocht.
Geen haast, blijkbaar. Ook geen ministerie van milieu dat, met een noodverordening, de kiet komt sluiten. (Snoevend: ‘Natuurlijk niet.’) Ondertussen is er al het volk dat dagelijks die winkels in- en uitloopt. Naïeve mensen, net als ik. Mensen die mooie bloemen komen kopen, die al helemaal voor zich zien hoe ze straks zitten te genieten van hun gonzende tuin waarin bijen en hommels en vlinders van bloem naar bloem vliegen.
Ja, de bijen en hommels zullen komen, en ze zullen drinken, en ze zullen sterven, maar je had het kunnen weten, je had het moeten weten, het is hoe de wereld werkt, het is niet de schuld van Intratuin.